Monpazier Montis paserii – ‘berg van vrede’

Door: Krijn de Best uit: Drop 134 lesamisdedrop.fr

Het bastidedorp Monpazier werd gesticht rond de 13e eeuwwisseling. In 1272 werd Eduard van Engeland (1239-1307) op 33-jarige leeftijd als Eduard I tot koning van Engeland gekroond. Naast koning van Engeland was hij ook hertog van Aquitaine. 12 jaar later werd in zijn naam de bastide van Monpazier gesticht. Dat moet haast het laatste project geweest zijn van deze Longshanks (langbeen): zijn bijnaam vanwege zijn uitzonderlijke postuur – hij mat 1,88 m.

Een bastide met de typische carreyroux
Typerend voor een bastide is het rechthoekig stratenpatroon naar Romeins voorbeeld rondom een centraal marktplein met een overdekte markt. Het gestructureerde plan is georganiseerd in verschillende soorten straten; grotere en – evenwijdig daaraan – de carreyroux. Dit zijn de voetgangerspaden die dienen als toegang tot de binnenplaatsen/werkplaatsen en een ‘achterom’ voor de huizen. Place des Cornières, het marktplein van Monpazier, wordt gevormd door 23 huizen waar men woonde op de bovenverdieping; beneden was bestemd voor de commerciële en ambachtelijke activiteiten.

Opvallend zijn de ruimtes tussen de huizen. Deze waren wettelijke verplicht tot beperking van brandgevaar, maar werden ook gebruikt als open riool en voor huishoudelijk afval dat door de muur geloosd werd. Regen zorgde voor verdere afvoer. De bastide was vaak het toneel van vele conflicten en opstanden tijdens de honderdjarige oorlog tussen de Fransen en de Engelsen tijdens boerenopstanden en nog weer later tijdens de hervorming en de contra-reformatie. Dorpen en stadjes zorgden voor veilige plekken om te wonen, maar brachten vooral ook macht en waren een bron van belastingopbrengsten.

De bouw van deze nieuwe steden ging gepaard met een andere ideologie uit die tijd; een sociaaleconomisch project (egalitair willen zijn) waardoor eenieder percelen van ‘gelijke’ grootte toegewezen kreeg om te bouwen.

La Porte du Paradis
Aan de westkant van de stadsmuur is oorspronkelijk een opening gelaten om het afvalwater van een groot gedeelte van Monpazier te kunnen afvoeren. Héél lang geleden gingen ‘s nachts, wanneer de versterkte poorten werden bewaakt, buitenpoorters die de bastide wilden betreden clandestien door deze opening. Eenmaal binnen was het voor hen het paradijs… maar pas als de buitenpoorter erin slaagde een jaar lang verborgen te blijven tussen de inwoners, had hij het recht om in de bastide te wonen. Hij kon dan profiteren van alle privileges die de bastide bood aan de reeds gevestigde inwoners, zoals veiligheid en trouwen met wie hij wilde binnen de poorten. Heel vaak werden de illegalen geholpen door de inwoners omdat ze tegen lagere beloning wilden werken. Terug in het heden is de structuur van Monpazier nog dezelfde: gezellige winkeltjes met ambachtelijke artikelen, restaurantjes en de donderdagse markt. De brede straten zijn er nog en ook de al genoemde carreyroux. Monpazier is als ‘berg van vrede’ het product van onvrede en onlust.

Verwante berichten