Na lang weer eens in Parijs. En natuurlijk lunchen in één van de grote traditionele bistro’s. Je weet dat je weer in Parijs bent als je wordt uitgefoeterd door een ober, een professionele ober. Zo een die het vak al dertig of veertig jaar uitvoert, met dezelfde efficiënte bewegingen, dezelfde gepijnigde blik en met dezelfde ‘Je vous écoute’ (eigenlijk heel onpersoonlijk, afstandelijk en onbeleefd, vergelijkbaar met ons ‘zeg het maar’). De oude grote bistro’s van Parijs, le Moulin à Vent, Bofinger, Terminus Nord, Le Grand Colbert, en vele anderen lopen over van de tradities. Je bestelt het lunch-menu du jour, eventueel het menu du marché (altijd veel duurder), zoals bijna iedereen en als je van de kaart wilt eten dan moet je wel opschieten met je bestelling, want de ober heeft wel meer te doen. Vraag je twee keer om meer tijd dan is volledig negeren voor het komende kwartier je lot.
Dit keer vroeg de ober terwijl we wachtten op het uitserveren van de lunch, of we niet een betere plek wilden. Zoals te doen gebruikelijk zaten we aan een tafeltje maat nachtkastje, dus een betere plek was welkom. Na de lunch bij het afrekenen vroeg de ober nadrukkelijk of we niet extra wilden betalen voor de service, terwijl natuurlijk nadrukkelijk op de rekening stond, zoals wettelijk verplicht in Frankrijk, dat de service ‘compris’ was. Had hij ons dan toch aangezien voor een stel onwetende Amerikaanse toeristen?
Door: Wim v Teeffelen, bijonsopderedactie.nl